Physignathus Cocincinus

Infosheet Physignathus cocincinus - Groene wateragame

 

Physignathus cocincinus caresheet

 

Physignathus cocincinus gevangenschap



Wetenschappelijke/Latijnse benaming:

Physignathus cocincinus

 

Nederlandstalige benaming:

Groene wateragame
Blauwe wateragame
Chinese wateragame

 

Engelstalige benaming:

Chinese water dragon
Green water dragon
Asian water dragon

 

Classificatie:

Rijk: Animalia
Stam: Chordata
Klasse: Reptilia
Orde: Squamata
Onderorde: Lacertilia
Familie: Agamidae
Geslacht: Physignathus

 

Land/plaats van herkomst:

Oost Thailand, Laos, Vietnam, Maleisië, Cambodja en zuiden van China.
Vanwege de vele import komt de wateragame ook in andere delen van de wereld voor, onder andere in Suriname.

 

Biotoop:

Tropisch klimaat.
Regenwoud, mangrovebossen en brakwatergebieden.
Veelal te vinden in bomen langs oevers, rivieren en poelen.

 

Omschrijving/beschrijving dier:

De Chinese wateragame is middelgrote, lichtgroene hagedis.
Qua bouw zijn ze perfect gebalanceerd tussen kracht en snelheid. Als de dieren vluchten, kunnen ze rennen op hun achterpoten. In het water houden ze hun poten strak tegen hun lichaam aan. Ze bewegen zich kronkelend voort in het water, met stevige slagen van hun lange en gespierde staart.
Ze kenmerken zich door een rij van stekels die van op de nekkam tot helemaal over de staart lopen.
De staart heeft een patroon met zwarte of bruine dwarsbanden, die doorlopen tot aan de staartwortel.
Op de rug en flanken heeft de cocincinus enkele lichtere blauwe of blauwgroene strepen.
Achter het oog, tot aan de nek, loopt een zwarte streep. Deze is soms zo duidelijk zichtbaar dat het net is of er met een stift is opgekleurd.
Afhankelijk van de lokaliteit hebben vele groene wateragamen een oranje vlek in hun oksels.
Onder hun kaak hebben ze een kleine keelzak, welke afhankelijk van geslacht en gedrag vaak nog blauw of rozerood tot zelfs paars gekleurd is.
De buik van een groene wateragame is lichtgeel tot oranjegeel of zelfs groenblauw gekleurd.
Net zoals bij vele andere reptielen heeft de wateragame een ‘derde oog’ op het hoofd. Hiermee kunnen ze verschil in licht waarnemen. Dit is een extra zintuig die gebruikt wordt om roofvogels en ander gevaar van bovenaf te waarnemen.
Wateragamen zijn erg actieve, soms onrustige dieren. Dit is ook één van de redenen waardoor er in gevangenschap snel verwondingen kunnen opgelopen worden. Een correcte huisvesting en inrichting verhelpt dit probleem.
De hagedissen zijn erg interactief en commutatief met elkaar bezig. Zo kan je geregeld kopknikken, armzwaaien en substraat likken waarnemen tussen verschillende dieren. De betekenis hiervan is algemeen bekend, echter is dit niet met gehele zekerheid te ontleden.
In het wild komen zowel solitaire dieren als uitgestrekte kolonies voor. Zulke kolonies bestaan uit rondzwervende mannen, die enorme territoria verdedigen. De overige leden van de kolonie bestaan uit vrouwen van verschillende leeftijden. Het is echter uitzonderlijk om meerdere vrouwen in één boom te zien.
Deze kolonies hervormen zich vaak het hele jaar door, voornamelijk door solitaire mannen die alfamannen uitdagen.

 

Lengte/grootte:

Lengte man: 80 tot 100 cm.
Lengte vrouw: 60 tot 80 cm.
Er zijn mannelijke exemplaren bekend langer dan 110 cm.

 

Leeftijd:

Minimumleeftijd in gevangenschap: 12 jaar.
Maximumleeftijd in gevangenschap: 20 jaar.

 

Huisvesting/inrichting:

200(L) x 80(D) x 200(H) voor één enkel dier.
240(L) x 100(D) x 200(H) voor een koppel.
280(L) x 120(D) x 200(H) voor een trio.
Een riparium (oeverterrarium) is de beste optie voor deze hagedissen.
Deze dieren komen pas echt tot hun recht in een kamer, serre of kas.
Groene wateragamen hebben vooral een zeer groot wateroppervlak nodig. ¾ of 4/5 van het grondoppervlak als water is hierbij geen overbodige luxe.
Zorg dat het waterdeel minimaal 30 cm diep is, zodat de agamen ook onderwater kunnen zwemmen. Zorg dat het ook goed gefilterd wordt en voldoende stroming heeft, de cocincinus heeft een grote voorkeur voor licht stromend water.
De dieren doen hun ontlasting in het water. Een goede filtering begint bij de juiste waterdieren. Vissen, garnalen, kreeften en/of slakken zorgen voor het uiteenhalen en verder verteren van de agamen hun ontlasting.
Het waterdeel aansluiten op een goede filter zorgt ervoor dat het overige afval wordt afgebroken door bacteriën die het omzetten in andere stoffen, waaronder nitraten. Deze stoffen kunnen op hun beurt gefilterd worden door water- en moerasplanten. Deze kunnen zowel binnen als buiten het vivarium worden geplaatst, zolang hun wortels maar in contact komen met het water. Op deze manier hoef je veel minder jouw water te vervangen, wat zowel dier als plant tegoed komt.
Mits deze maatregelen in acht worden genomen, is ¼ van het water maandelijks vervangen voldoende. Indien één van bovenstaande punten met betrekking tot filtering niet aanwezig is, moet men elke 2 weken ½ van het water vervangen.
Het land/bodemgedeelte bestaande uit bijvoorbeeld een mengeling van turf, leem en rivierzand moet minimaal 20 cm hoog zijn, hoger is nog beter. De vrouwen zullen dit gretig gebruiken om hun eieren in te graven. Reken op één graafplek per vrouw, ze gaan namelijk met elkaar concurreren voor de beste plekken wat kan leiden tot stress en legnood.
Een beplante inrichting is een noodzaak voor de cocincinus. Ze zullen echte planten enorm appreciëren. Planten geven een meerwaarde aan een vivarium. Ze ogen mooi en zorgen voor een betere luchtvochtigheid en schuilplaatsen voor de dieren. Heb je geen groene vingers zijn kunstplanten een goed alternatief.
Verder in de inrichting zijn meerdere brede klim- en ligtakken zeer belangrijk, zorg dat deze takken en stammen dik genoeg zijn om het dier volledig te dragen. Denk dan vooral aan horizontale en/of diagonale takken onder UV en warmtelampen en andere takken voor optimale verplaatsing.
Enkele ligtakken boven het waterdeel appreciëren de wateragamen enorm.
Enkele verstopplekken ingebouwd bovenin het terrarium zijn ook aangeraden. Door bijvoorbeeld planten, boomschors, grotten ingewerkt in achterwand, etc.
Huisvest de groene wateragamen bij voorkeur niet samen met andere diersoorten, tenzij in grote ruimtes (kassen). Succesvolle combinaties zijn mogelijk met Basiliscus sp., Hydrosaurus sp. en Iguana sp. op voorbehoud dat alle maatregelen voor combinaties genomen worden.
Ook waterdieren zijn combineerbaar met de cocincinus. Hoewel zelfs deze als prooi kunnen bekeken worden.

 

Temperatuur/jaarcyclus (dag/nacht):

Dagtemperatuur 26° tot 30° Celsius met een baskplaats van 35° tot 40° Celsius (lucht).
In de nacht is een temperatuursdaling van circa 5° Celsius voldoende.
Schaduw of koelzone 20° tot 24° Celsius.
Houdt de temperatuur relatief stabiel het hele jaar door.
De watertemperatuur houd je best tussen de 26° en 28° Celsius.

 

Belichting/dagcyclus (UV benodigdheden):

Veel belichting in de vorm van daglicht/lamp.
Verlichtingsduur zomer 12/12 of 14/10 cyclus.
Verlichtingsduur winter 11/13 of 12/12cyclus.
Een goede UV lamp is van essentieel belang voor een groene wateragame. Zorg voor een goede lamp met een sterke UVB afgifte en breed spectrum. Houdt u te allen tijde aan de minimale afstand tussen lamp en dier voor de desbetreffende UVB lamp.
Gebruik kwikdamplampen (Osram Ultra Vitalux) of HQI lampen (Solar Raptor). Spots, spaarlampen en TL lampen geven niet voldoende UVB.
Zorg dat de dieren zich ten allen tijde kunnen ontrekken aan UV licht en zorg voor voldoende schaduwrijke gebieden.

 

Luchtvochtigheid/watersamenstelling:

Luchtvochtigheid overdag 70% tot 85% en ’s nachts 80% tot 100%.
Dagelijks of tweedagelijks sproeien het hele jaar door met lauwwarm water in het hele vivarium is bevorderlijk voor een goede RV.
Hoewel de dieren in het wild voorkomen in brakwatergebieden is het niet bevorderlijk dit na te bootsen in gevangenschap. Ook in deze gebieden vinden de dieren zoetwater en drinken niet of amper van het zoute water.

 

Voeding/vitaminen/mineralen:

Groene wateragamen zijn van nature omnivoren (alleseters). Een dieet voor volwassen dieren van 70% dierlijk voedsel en 30% plantaardig voedsel is het meest aangewezen.
In het wild voeden ze zich vooral met een variëteit aan insecten, spinachtige, kreeftachtige, weekdieren, vissen, kleine reptielen en amfibieën, kleine vogels alsook het leegroven van vogel en kleine zoogdiernesten. Ook ontpopt de cocincinus zich als aaseter en eigen jongen worden ook vaak gegeten.
In gevangenschap bestaat hun dieet uit een variëteit aan insecten als krekels, sprinkhanen, kakkerlakken, dola’s, wasmotlarven, vlinderrupsen, vliegen, phoenixwormen, alsook weideplankton, spinnen, etc. Dit moet worden aangevuld met bijvoorbeeld slakken (huis en naaktslakken), vissen, garnalen, kleine kreeften, pissebedden en andere beschikbare kreeftachtige om in hun hoge calciumbehoeften te voorzien.
Met mate kunnen ook jonge muizen en ratten gevoerd worden, alsook een hardgekookt ei. Geef dit soort voeding maar sporadisch om vervetting te voorkomen.
Een wat meer controversiële voeding voor volwassen dieren zijn eigen jongen of jongen van andere hagedissensoorten. Dit is namelijk zeer goede voeding en worden ook in het wild gegeten. Denk bijvoorbeeld aan misvormde of zwakke jongen die weinig tot geen overlevingskans hebben of niet geschikt zijn voor verkoop.
Tot wat veelal anders beschreven wordt eten Chinese wateragamen ook vele soorten fruit, vooral zoet en overrijp fruit. Voornamelijk, aardbei, appel, banaan, blauwe druif, kiwi, kiwibes, mango, meloen, mandarijn, nectarine, passievrucht, peer, vijg, etc. worden zeer gretig gegeten.
Begin dit van kleins af aan voor te schotelen, samen met geregeld minder dierlijk voedsel zullen de dieren al snel fruit gaan eten. Afwisselen en experimenteren met allerlei soorten fruit is de boodschap. Ook bepaalde bloemen, groentes en ander bladgroen wordt weleens gegeten.
Een wateragame eet eigenlijk alles wat in zijn bek past, zo eten ze ook veel te grote prooien, wat kan leiden tot een verstikkingsdood. Zorg dus dat het voer gemakkelijk in hun bek past.
Gebruik maken van gutloaden bij voedseldieren uit de handel is genoodzaakt, alsook zorgen voor goede mineraal (elke voederbeurt) en vitaminesupplementen (tweemaandelijks).
Vrouwen tijdens en na hun dracht eisen een hogere dosis supplementen. Dit om legnood en uitputting te voorkomen.

 

Geslachtsonderscheid:

De man is grover gebouwd en heeft een grotere kop alsook nek en rugkam dan de vrouw. Meestal zijn ze ook intensiever gekleurd. Zo hebben veel mannen een grotere en intensiever gekleurde keelzak.
Wanneer mannelijke wateragamen geslachtsrijp zijn, hebben deze bruine sporen onder de achterpoten aan beide kanten van de cloaca. Dit zijn femoraalporiën. Ook vrouwen kunnen dit vertonen, maar in veel mindere mate.
Het kan bij de cocincinus ook voorkomen dat door de dominantie van een vrouw, deze er mannelijker uit ziet. Ook mannen kunnen door onderdanigheid er vrouwelijker uitzien.
Apart is dat als een groep wateragamen de man verliest of geen man aanwezig is, de groep een vrouwelijke leider zal krijgen. Eén of twee vrouwen kunnen dan een mannelijk uiterlijk aannemen. Indien je hier vervolgens terug een man aan toevoegt, kan het gebeuren dat er vechtpartijen ontstaan tot de dood daarop volgt. Het is ook mogelijk dat de dominante vrouwen terug veranderen naar hun oorspronkelijk uiterlijk.
Chinese wateragamen zijn in gevangenschap geslachtsrijp na 9 maand tot 1 jaar.

 

Paring:

Paringen kunnen het hele jaar door worden waargenomen. Het vindt over het algemeen in de winter plaats.
De mannen zullen onderling hevig gaan concurreren. Indien geen van beide dieren afschrikt zal het imponeren overgaan in een gevecht. Ze bijten elkaar zo hard mogelijk terwijl ze hun uitstekende lichaamsdelen zoveel mogelijk verdedigen. Dit proces wordt herhaald tot één van de dieren opgeeft en vlucht of sterft.
In gevangenschap kunnen mannen niet van elkaar vluchten, dit leidt meestal tot zware verwondingen en de dood van één of beide dieren.
Eens de man zijn territorium heeft vastgesteld zal hij zich richten tot zoveel mogelijk paren met vrouwen. Dit gaat zoals bij vele andere agamesoorten volgens een typisch baltsritueel. De man zal veelvuldig en hevig gaan kopknikken, armzwaaien en achter de vrouw rennen om aandacht te krijgen. Vrouwen zullen op hun beurt, naar gelang hun paringsbereidheid en onderdanigheid, terugzwaaien of vluchten.
Groene wateragame mannen zijn echte testosteronmonsters en gaan meestal zeer hevig tekeer. De man onderwerpt de vrouw door vanaf de rug in haar hals of nek te bijten en haar in het nauw te drijven, alvorens zijn cloaca onder haar te draaien en dan één van zijn hemipennissen in haar cloaca plaatst.
Het kan er behoorlijk hard aan toegaan en beschadigingen komen dan wel eens voor. Deze wonden genezen echter snel en goed bij de juiste verzorging.
Om de reden dat de mannen hevig zijn, is het aangewezen deze dieren nooit in paartjes te houden. De man zal de vrouw zo uitputten door paren en ei leggen dat de vrouw door uitputting kan sterven. Door meerdere vrouwen bij een man te plaatsen, verdeel je de drift van de man. Het is ook aangewezen om de man of vrouwen tijdelijk apart te plaatsen.

 

Nakweek/eileg/opfok:

Na een periode van één tot twee maand, waarin de vrouwen veelvuldig eten, zonnen en baden, zullen ze gretig gaan graven. Cocincinus vrouwen kunnen onderling hoge concurrentie vertonen in legplekken en test holen. Het is dan ook aangewezen om de vrouwen te scheiden of meerdere eilegplekken te voorzien tot ze hun eieren gelegd hebben. Dit voorkomt legnood.
In een 15-25 cm diep hol leggen ze gemiddeld 8 tot 15 witte eieren. Zorg dat het substraat vochtig, warm (27° à 28° Celsius) en gemakkelijk graafbaar is.
Een gezonde vrouw kan per jaar gemiddeld een drietal legsels voortbrengen. Echter kunnen daar per jaar en per dier enorme verschillen opzitten. Het is aangewezen de dieren éénmaal in het jaar te laten paren, daaruit kunnen gemakkelijk drie legsels geproduceerd worden.
Indien de eieren gelegd zijn, kan je deze opgraven en op een substraat leggen. Dicht het nest terug in zijn oorspronkelijke vorm om bij de vrouw geen stress te veroorzaken. De meest effectieve methode is een simpel plastiek doosje met perliet te nemen en dit vol water te zetten. Nadien laat je het overtollige water er terug uit. Leg daar op zijn beurt de eieren in. Daarbovenop leg je dan nog een dunne laag vochtige perliet zodat de eieren helemaal onder het substraat komen te liggen.
De eieren worden het best uitgebroed in een broedstoof op een constante temperatuur van 29° Celsius.
Na een gemiddelde broedperiode van 57 dagen komen de jongen uit het ei.
De pas uitgekomen jongen houdt men best nog minimaal 24 uur in de broedkast. In die tijd zal het dier zich aanpassen aan zijn omgeving en zijn dooierzak grotendeels verteren. Nadien kunnen ze overgeplaatst worden in een groter vivarium met een circa 10-15 cm diep watergedeelte (minimum watertemperatuur 28° Celsius om verdrinkingsdood te voorkomen). Probeer het kleine vivarium zo druk mogelijk in te richten met takken, planten en een goede UV lamp.
Jonge groene wateragamen lijken niet erg op hun volwassen soortgenoten. Hun lichaam, met een gemiddeld totale lengte van 14 cm, is niet evenredig gebalanceerd. Zo hebben ze een typische grote agamenkop met een tenger lichaam, te lange poten en lange staart. Net uit het ei zijn de jongen bruin gekleurd. Na enkele weken kleuren ze eerder bruingroen met een lichte groene, blauwe of bruine banding.
De jonge agamen eten al snel pissebedden, krekels, vuurgarnalen, kakkerlaknimfen en andere kleine geleedpotigen. Probeer dit zoveel mogelijk af te wisselen met groenvoer en fruit door dit dagelijks voor te schotelen. Dit vanaf de dieren circa 2-3 maand oud zijn.
Bij elke voederbeurt dienen voedingssupplementen (mineralen en vitaminen) toegevoegd te worden.

 

Overige (weetjes/nieuws/kweekvormen):

Het geslacht Physignathus is beschreven door George Cuvier in 1829. Gebaseerd op de groene wateragame, Physignathus cocincinus uit Zuidoost Azië.
Vrij vertaald betekent Physignathus “puff-cheek” of “opgezette kaak” en refereert naar het uitgezette uiterlijk van de keel en onderkaak.
De Physignathus cocincinus en de Physignathus lesueurii zijn onderling niet te kruisen. Velen hebben dit al uitgeprobeerd. Er zijn echter nooit echte paringen waargenomen.
De wateragame kan tot een uur onderwater blijven. Dit doen ze vaak om te ontsnappen aan roofdieren die wel eens de wacht blijven houden bij het water. Dan komen de hagedissen pas naar het wateroppervlak als het roofdier zijn jacht heeft opgegeven.
Ook om zich te voeden met allerlei schaaldieren en vis kunnen ze enige tijd onderwater zwemmen.
Ze kunnen zolang onderwater blijven door hun hartslag aanzienlijk te verlagen en via hun huid zuurstof uit het water op te nemen en koolstofdioxide af te scheiden.
Bij de twee soorten uit het geslacht Physignathus hebben de vrouwen de opmerkelijke eigenschap mannelijk zaad op te slaan. Zo kunnen ze tot wel vijf legsels uit één paring voortbrengen.
In het land van herkomst staat de groene wateragame bekend als hoofdingrediënt voor een delicatesse soep. Desondanks is in al die jaren weinig tot geen schade aan de wilde populatie veroorzaakt.
De groene wateragamen door de Japanse samenleving worden gebruikt als ingrediënt voor bepaalde wondermiddeltjes die helemaal niet werken. Hiervoor vangen ze de dieren uit het wild en gaan de populaties er drastisch op achteruit en mogelijk meer bedreigd zijn als men denkt.
Er is geregeld sprake van de blauwe wateragame. Meestal gaat dit echter over één enkel mannelijk dier dat ietwat meer blauw heeft dan normaal. Een echte kweekvorm is er dus nog niet. Echter is er via lijnteelt wel al enorm succes geboekt in de stap naar de blauwe wateragame door onze eigen Jan Paul Groen.
Blauwe wateragamen uit deze lijn zijn niet in de handel verkrijgbaar. Indien er echter toch dieren worden aangeboden onder Jan Paul Groen zijn naam, klopt dit niet.

 

LET OP (aanschaf/ziektes/misvorming):

In winkels worden vaak wildvang dieren aangeboden voor een goedkopere prijs dan nakweek dieren. De kans dat deze dieren bij een hobbyist overlijden, is zeer groot. Door de stress van transport, winkel als zowel parasieten, uitdroging, nierfalen en bekwonden zijn deze dieren vaak al lang ten dode opgeschreven.
Let zoals bij elke aankoop van reptielen altijd goed op de gezondheid en omgeving van de dieren. Kijk goed dat de hagedissen geen tekenen van misvorming vertonen, abcessen of bekwonden hebben en dat ze niet overbevolkt in een vivarium zitten. Ook opletten dat ze in een net vivarium zitten met zuiver water, goede UVB lamp, voeding en supplementen.
Dit geldt voor zowel winkels als beurzen en zelfs bij medehobbyisten. Niet iedereen heeft dezelfde goede bedoelingen.
Voor het voortbestaan van deze diersoort koop je beter geen dieren in winkels, tenzij je 100% zeker bent dat het hier gaat om nakweek dieren. Wat veelal niet het geval is. Zo geven handelaars vaak aan dat het nakweek is, terwijl het wildvang is.
Rachitis is een veel voorkomend probleem bij wateragamen door hun hoge behoefte aan calcium en UVB. Een gebrek hieraan is snel gebeurd met alle gevolgen van dien. Dit leidt tot groeiachterstand, misvorming, misvormde jongen en de dood. Zorg dat de hagedissen de nodige middelen toegediend krijgen.
Indien men gebruik maakt van waterverwarmers in de vorm van staven of andere verwarmingsvormen, zorg dan dat de Chinese wateragamen hiermee niet in contact kunnen komen. Ze kunnen zich hieraan namelijk ernstig verbranden.

 

Particuliere kweker:

/

 

Bron/medewerking:

Laurens van Bree
Jan Paul Groen
Thomas Matthys (Ragecrusher)